< terug

Measuring The Mountains : δ / Δ

Tutor(s) Arnaud Hendrickx, Wim Goossens
Campus BXL
Language NL
Engagement Mediating Tactics
Semester 3

 

Abstract

Measuring the mountains: De vallei van Saint-Barthélemy (IT) als concrete test-site (case) voor een ontwerpend onderzoek naar het architecturaal potentieel van verandering of verschil (δ / Δ).

De extreme condities (op vlak van reliëf, klimaat, (bouw/woon) cultuur, fauna, flora, economie…) in de bergen verschillen dermate van de (sub)urbane condities waar de meeste van ons het meest vertrouwd mee zijn dat onze architecturale vooringenomenheden onder druk komen te staan en we ons moeten open stellen voor een andere aanpak. Naast het aanreiken van nieuwe oplossing voor bestaande problemen, richt deze studio zich dus ook op het problematiseren van bestaande oplossingen.

Om je te assisteren bij het ontwikkelen van een reflectie over deze algemene doelstelling voorzien we drie belangrijke pedagogische hulpmiddelen:

  • Een studiereis waar we een week de test-site al doende op schaal 1:1 zullen verkennen.
  • In samenspraak met ons kies je één van drie mogelijke benaderingen: (1) architectuur als kunst (je grijpt in in het landschap, aan de hand van een expressie-opdracht), (2) architectuur voor kunst (je ontwerpt een kunstnaarsresidentie, aan de hand van een lijst activiteiten) en (3) architectuur door kunst (je maakt een architecturaal project geïnspireerd door een relevante artistieke praktijk)
  • Een leeromgeving in de vorm van een architecturaal ontwerp bureau. Net zoals in een architectuurbureau is wordt er ook belang gehecht aan het gemeenschappelijke project en gebruikt gemaakt van peer-review.

 

Studio-inhoud

AOB als leeromgeving

Deze studio wordt aangeboden vanuit AVDAK dat, als één van de eerste Academisch Ontwerpbureau’s (AOB) in 2015 werd opgericht door Wim Goossens en Arnaud Hendrickx. Een AOB vertrekt vanuit een multidisciplinaire samenwerking, waarbij ontwerppraktijk en klassiek onderzoek elkaar aanvullen en versterken. Het AOB gebruikt daarbij een onderwijskundige omgeving en brengt studenten, onderzoekers en het werkveld samen in één bureau waar maatschappelijke vraagstukken ontwerpmatig onderzocht en theoretisch onderbouwd worden.

De naam AVDAK is een acroniem voor Architectuur Voor, Door en Als Kunst en ook een homoniem voor ‘afdak’. Zoals de naam aangeeft, wil AVDAK architectuur als kunstvorm onderzoeken, door mechanismen uit de kunst te identificeren, te benoemen en te contextualiseren en ze te gebruiken om (tentoonstellings-)architectuur voor kunst te ontwerpen. Cureren – gezien als een ruimtelijke distributie van argumenten – wordt doorheen deze praktijk zowel educatief als onderzoeksmatig ingezet om beeldende en discursieve kennis te generen en over te brengen. AVDAK omschrijft zichzelf vaak als een spin-off van expressie en zet de expertise uit die leeromgeving in voor de realisatie van extra-muros projecten. AVDAK, als tentoonstellingsruimte op het gelijkvloers van het voormalige MEUROP-gebouw, is de intra-muros extensie van deze praktijk.

Binnen de masterstudio-omgeving gaat AVDAK op zoek naar betekenisvolle uitwisselingen tussen kunst en architectuur en onderzoekt het op welke manier dit vandaag de dag nog een fundament kan zijn voor een kritische architectuurpraktijk. De studio werkt als een ontwerperscollectief in een open-source gedachte, waarbij informatie, inzichten en expertise maximaal gedeeld worden. Iedere student ontwikkelt een persoonlijk project, maar plaatst dat ook regelmatig in dialoog met werk van medestudenten om vanuit die nevenschikking, als een vorm van peer review, over het werk te spreken. Als collectief werken we finaal naar een ruimtelijke opstelling waarin we op basis van de werken over ‘verschil’ en ‘verandering’ in gesprek gaan met externen.

Deze studio is vanzelfsprekend zinvol als een voorbereiding op de autonome masterproeven ΔT en Δt, en is tegelijk een ideale opstap naar al de andere masterproeven binnen Mediating Tactics. De studio reikt echter ook ontwerp- en onderzoeksstrategieën aan die binnen masterproeven in de andere engagements inzetbaar zijn.

δ / Δ als topic

In de wetenschappen wordt voor een verschil of verandering in grootheid vaak de Griekse letter delta (hoofdletter Δ voor grote of kleine letter δ voor heel kleine verschillen) gebruikt. Bij uitbreiding staat delta symbool voor een wereld in voortdurende verandering. Verandering impliceert gelijktijdig een verleden, heden en toekomst: een toekomst waar iets anders zal zijn dan het vroeger was en waar we nu middenin zitten. Een beetje zoals Alice in het boek ‘Behind the Looking Glass’ van Lewis Caroll na het drinken van een drankje even groter is dan zij was en tegelijkertijd kleiner is dan zij wordt.[1]

Het verschil is zowel betekenisvol voor de humane als de exacte wetenschappen en houdt ook heel wat kunstenaars bezig: van het filosofisch-literair differentiedenken, over differentiaalrekenen in wis- en natuurkunde; naar het ‘inframince’ in de artistieke praktijk van Duchamp. In deze studio verkennen we hoe denken vanuit en werken met verschil (zowel extensieve als intensieve verschillen) en verandering ook productief kunnen zijn voor een ruimtelijke ontwerppraktijk.

Als/Voor/Door als benadering

Een reeks titels van expressie-opgaven als staalkaart om ‘verschil’ vanuit een benadering van architectuur als kunst te verkennen.
1. Verdwschijnpunt / 2. Crop / 3. Horizontal Vertigo / 4. Virtual Infection / 5. Onder het maaiveld / 6. 2’ 09,26” / 7. Chaosmos / 8. Colorspace / 9. (Maquette van) de maquette als ingreep / 10. …

Expressie vindt voeding in filosofie, wetenschap en kunst. Het is een leeromgeving waarin studenten vrij experimenteren met uitdrukkingsmiddelen en -vormen die eigen zijn aan de ‘vrije kunsten’, om te onderzoeken wat het vermogen is van concepten, strategieën en media om los van functie of programma tot architectuur te komen. Ideeën krijgen steeds een materiële uitdrukking op ware grootte in de vorm van een object, installatie, ingreep…, die de poëtische en ruimtelijke potenties van het ontwerpidee fysiek aanwezig stelt en maakt ze ervaarbaar. Dergelijke benadering waarbij het maken van autonome ervaringsmodellen centraal staat, is complementair aan het gangbare atelier waar ontwerpen gerepresenteerd worden aan de hand van schaalmodellen, plannen en perspectieven. Voor een aantal architecten vormt die aanpak de basis voor een kritische en (zelf-)reflectieve ontwerppraktijk die zich als kunst laat begrijpen[2] en die in veel gevallen ook binnen het artistieke circuit opereert.

Een programma en een reeks activiteiten om ‘verschil’ vanuit een benadering van architectuur voor kunst te verkennen.
1. Koken / 2. Eten / 3. Slapen / 4. Werken / 5. Wassen / 6. Ontlasten / 7. Tonen / 8. Opbergen / 9. Ontspannen / 10. …

Goed twee jaar geleden kreeg AVDAK van een bergsportfanaat en een lokale burgemeester de concrete vraag om na te denken over hedendaagse beeldende kunst in openlucht in de ruime omgeving van een bestaand bivak op 2500m hoogte in de Italiaanse Alpen. Het programmatorisch idee voor ‘een gedistribueerde residentie[3] die ruimte biedt aan 24 recreatieve bergsporters en 1 kunstenaar(-spraktijk), met minstens 1 architecturale display voor het publiek (ver-)tonen van werk’ komt hier rechtstreeks uit voort.

Een reeks kunstenaars(-praktijken) om ‘verschil’ vanuit een benadering van architectuur door kunst te verkennen.
1.Pierre Huyghe / 2. Ann-Veronica Janssens / 3. Doris Salcedo / 4. P. Staff / 5. Ignasi Aballí / 6. Pieter Vermeersch / 7. Michel François / 8. Cyprien Gaillard / 9. Lygia Pape / 10. …

Sinds de jaren 1960 is er een verhoogde wederzijdse interesse tussen kunst en architectuur. Kunstenaars zetten architecturale middelen in in hun praktijk en een aantal onder hen keert de klassieke kunstcircuits de rug toe en zoekt de publieke ruimte op als werkveld. Architecten van hun kant, eigenen zich artistieke strategieën toe, waarmee hun werk dan weer de weg vindt naar musea en op artistieke events. In die hybridisering van praktijken en cross-over uitwisselingen gaat het in de eerste plaats over een bevraging van institutionele categorieën en discipline-eigen kaders, maar er is ook ruimte voor architecten om zich te laten inspireren door specifieke kunstenaars en in hun praktijken op zoek te gaan naar mechanismen, tools en concepten, die te benoemen en toe te eigenen om de eigen praktijk te verrijken.[4]

De vallei van Saint-Barthélemy (IT) als site

De site waarop we werken is een berglandschap in een zijvallei van de Valle d’Aosta in Italië, op minder dan 50 km van zowel de Franse als de Zwitserse grens. Een omgeving die zich, in vogelvlucht gemeten, over 3km uitstrekt tussen het zomerse geelgroen van de naaldbomen onder de boomgrens op 2000m tot het eeuwige grijzige wit boven de sneeuwgrens op 3000m in een afwisseling van plateau’s en steilere hellingen. Het is een gebied met een temperatuurgradiënt van 6,5°C en luchtdrukverschillen van 93,9 hPa/mbar, waar de Uv-straling naarmate je stijgt tot 20% toeneemt. Een prachtige vallei met panoramische vergezichten, die in enkele minuten tijd kan ingenomen worden door dicht samenpakkende wolken, waardoor je geen hand meer voor de ogen ziet. Een landschap waar zomergeuren inslapen onder metersdikke sneeuwdekens om ruimte te geven aan het licht en de geluiden van de winter. Een context van trage, haast eeuwigdurende en cyclische processen, maar ook een landschap waar de ecologische urgenties van het hier en nu zich extremer en versneld manifesteren.

Verwachte output

De studio is een laboratorium voor het testen van ideeën, voorbij het klassieke onderscheid tussen interieur, architectuur, kunst en design. Er wordt vrij geput uit gekende registers van deze domeinen en tegelijk kunnen vanuit het persoonlijke experiment ook nieuwe registers geopend worden. Er zijn dan ook geen andere concrete vormverwachtingen naar de output toe dan dat het individuele werk een authentieke uitdrukking is van een kritische ruimtelijke praktijk, die reflecteert en reageert op ‘verschil’ als topic, vanuit een verkenning van architectuur als, voor of door kunst. Van de hele groep wordt er verwacht dat er finaal een collectief gecureerde ruimtelijke opstelling wordt gemaakt, waar niet (enkel) het individuele project centraal staat, maar wel de dialoog tussen de werken, waarin gespeculeerd wordt over de toekomst vanuit ‘verschil’ en ‘verandering’.

Workshop

Bij de aanvang van de studio organiseren we een internationale workshop in de Italiaanse Alpen, samen met een parallel lopende studio uit interieurarchitectuur in Gent, de opleiding ingenieur-architect van de Politecnico di Torino (IT) en die van de Norwegian University of Science and Technology van Trondheim (NO). Voorafgaand aan en volgend op de workshop zijn er enkele online sessies, waarin kennis en ontwerpresultaten tussen de verschillende partners gedeeld worden.

De workshop is onderdeel van een Blended Intensive Programme (Erasmus+). Deze korte, intensieve programma’s zijn bedoeld om studenten met verschillende achtergronden en uit diverse studierichtingen en cycli de mogelijkheid van internationale uitwisseling aan te bieden, door een combinatie van fysieke mobiliteit en online samenwerking. Het volledige Blended Intensive Programme omvat 3 studiepunten en is onderdeel van de 14 studiepunten van deze ontwerpstudio. Voor wie niet kan deelnemen aan de workshop wordt er een alternatieve opdracht voorzien.

Begrijpen van, en voeling krijgen met, de site-specifieke ruimtelijke complexiteit en met bijzonderheden, kwaliteiten en processen die een landschap (her-)tekenen, vraagt om een fenomenologische en op het geheugen gebaseerde multi-sensoriële waarneming, waarbij tijd en ruimte onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Daarom verkennen we in een aantal expedities al wandelend[5] de gegeven context. Tijdens het verblijven in en bewegen doorheen de bergen ontvouwt zich het landschap en tekenen nuances, verschillen en veranderingen zich af. Als ruimtelijk ontwerpers spreken we het potentieel aan van wat zich (al dan niet al in wording) in die directe observaties en belichaamde ervaring aan ons aandient en anticiperen we op dat wat nog niet is. We maken alternatieve mappings, realiseren 1/1 context-gedreven interventies en verrichten kritische en poëtische handelingen waarmee we voorbij het vanzelfsprekende speculeren over wat tot voor kort zo eenvoudig en onbevraagd toekomst heette.

De workshop loopt van 19 tot en met 23 oktober. Afreis is voorzien op 18 oktober; terugkomst op 24 oktober. Uitvalsbasis voor de wokshopweek is de refuge Magia (https://www.rifugiomagia.it/) in Nus in Val d’Aosta, gelegen op 2000m hoogte. De data zijn nog onder voorbehoud, maar zullen bij aanvang van het academiejaar vastliggen.

Kostprijs van de workshop (verblijf, maaltijden, transport) bedraagt ongeveer 250,00 euro. De definitieve prijs wordt bepaald op basis van het aantal deelnemers en toegekende beurzen.

21.08.2023

 

[1] Gilles Deleuze gebruikt het verhaal van Alice in Wonderland om te spreken over deze paradox van het pure worden. Gilles Deleuze, Logique du Sens (Paris: Les Editions de Minuit, 1969)

[2] Anthony Vidler spreekt in die context over een vorm van ‘intermediary art’, waarmee hij verwijst naar “creaties die, hoewel ze ogenschijnlijk gesitueerd zijn in één veld, een interpretatief begrippenkader uit een ander veld nodig hebben om erover te kunnen spreken.” Anthony Vidler, Warped Space: Art, Architecture, and Anxiety in Modern Culture (Cambridge, MA: MIT Press, 2000), viii.

[3] Het programma is een knipoog naar ‘The distributed house’, een niet gerealiseerd project van OMA, dat dateert van 2000 (https://www.oma.com/projects/the-distributed-house). Andere projecten die ook model hadden kunnen staan zijn ¾ House van John Hejduk, het geheel van Glass House / Brick House / …  van Philip Johnson of Desert Nomad House van Rick Joy.

[4] “Can expressive mechanisms from art practice enrich architectural practice (and vice versa)?”, was de centrale onderzoeksvraag in ‘Art as Vacancy’ (Sint-Lucas, 2009), een door IVoK gefinancierd onderzoek van Arnaud Hendrickx, waar ook zijn doctoraatsonderzoek ‘Substantiating Displacement’ (RMIT, 2012) op verderbouwt. https://core.ac.uk/download/pdf/15629573.pdf

[5] ‘Promenadologie’, ‘strollologie’  of ‘wetenschap van het wandelen’ (initieel werd de term Spaziergangswissenschaft in het Duits gebruikt) werd als onderzoeksmethode in de jaren 1980 ontwikkeld door de Zwitserse socioloog Lucius Burckhardt. Hoewel de methode nooit een grote doorbraak kende, heeft ze ook vandaag nog aanhangers, zoals bijvoorbeeld landschapsarchitect Günther Vogt.

Studio beschrijving in pdf.