3(33) 33(3) 333 (T)huis
Masterproefstudio 2025-26
Bart Hollanders
Campus Sint-Lucas Brussel
3(33) 33(3) 333 (T)huis
In deze studio staat het wonen centraal – als fysieke constructie, maar ook als betekenisvolle plek: een thuis. We stellen vragen als: Wat is een huis? Wat is een thuis? Wanneer wordt een huis een thuis? En hoe kunnen we, als architect, ruimtes ontwerpen die die overgang mogelijk maken?
We benaderen deze vragen niet abstract of puur technisch, maar vanuit de beleving van het wonen. Door te kijken naar het werk en het denken van architecten als Hermann Czech, Aldo van Eyck en Alison & Peter Smithson leren we hoe ogenschijnlijk kleine elementen – een vensterbank, een bank, een trap – bijdragen aan de bewoonbaarheid van ruimte en de vorming van het alledaagse leven.
Van Eyck benadrukte het belang van de tussenruimte, de overgangszones waarin het publieke en het private in elkaar overlopen. De Smithsons onderzochten “the small pleasures of life” als basis voor een kwalitatieve menselijke woonomgeving, en Czech leert ons het belang van precisie, van het zorgvuldig plaatsen van elementen in relatie tot gebruik en betekenis in doorsnede als in plan.
Het leven als uitgangspunt voor het maken van een huis . Samen met een ingekaderde referentie, eerst reagerend op een fascinatie door een fragment te definiëren ; een fragment als een open uitgangspunt dat nooit af is. Het gaat over constructie. Over structuur , over ruimte , over sfeer .
We leren kijken: naar ruimtes, naar details, naar meubels, naar mensen. We tekenen, reconstrueren, abstraheren. We ontdekken hoe constructie sfeer schept en hoe materiaalkeuze betekenis draagt. Via het fragment – een stuk gevel, een interieurhoek, een meubel – verkennen we hoe complexiteiten eenvoud hand in hand kunnen gaan.
3(33) 33(3) 333 vormt voor ons geen loutere oefening in schaal, maar een manier van kijken — een abstract denkmodel dat functioneert als een verrekijker of vergrootglas. Het helpt ons om ons perspectief te verschuiven, om opnieuw te leren zien, te kaderen, te focussen. 3 – 33 – 333 is geen rekensom, maar een methode: een denkkader dat ons uitnodigt om fragmenten los te weken uit hun context, ze opnieuw te interpreteren, en telkens weer op zoek te gaan naar de essentie van wonen.
Anders nadenken over de manier waarop we leven , ons voorstellen en opnieuw interpreteren; hoe beïnvloedt dit het fragment ; op de constructie; het materiaal; het detail; aspecten die allemaal niet alleen worden gedefinieerd door de kwaliteit van de ruimte, maar nu ook door de betekenis ervan.
Door deze benadering verleggen we de focus van het bouwen van huizen naar het maken van een thuis. We leren hoe architectuur een katalysator kan zijn voor gewoontes, herinneringen, zintuiglijke beleving en sociale interactie. Een referentiehuis bestuderen, ruimte zoeken per detailfragment; komen tot een eenvoudige complexiteit van een huis . Nadenken over ruimte ; over betekenis en over wonen. Detail, materiaal en constructie begrijpen. Referentie lezen; typologie en context. Verlangen naar koken; slapen en wonen. Tot slot, persoonlijk zijn; precies en kritisch.