< terug

Gelaagdheid

2024-2025 | GELAAGDHEID  

Gent, semester 2
Mark Macken

‘gelaagde ruimtelijkheid in architectuur’ 

De term “gelaagde ruimtelijkheid” in architectuur verwijst naar een complex en dynamisch uitgangspunt, waarbij ruimtes worden geordend op een manier die diepte, interactie en verbinding creëert tussen verschillende geschakelde lagen binnen een gebouw of ontwerp. Dit principe speelt een essentiële rol in het genereren van rijke en complexe architecturale ervaringen, waarbij de gebruiker niet slechts door een enkele ruimte beweegt, maar door een reeks ruimtelijke lagen die onderling in dialoog staan. 

Deze gelaagde ruimtelijkheid kan op meerdere manieren worden gerealiseerd. Denk bijvoorbeeld aan het strategische gebruik van fysieke elementen zoals trappen, openingen, verschillende vloerniveaus en wanden of door de materialisatie, het lichtspel en de schaduwwerking. Het gebruik van transparante materialen zoals glas maakt het mogelijk om visuele verbindingen te leggen tussen ruimten, terwijl de fysieke scheiding behouden blijft. Dit zorgt voor een gevoel van continuïteit en doorstroming, zelfs wanneer de functies van de ruimtes verschillend zijn. 

Bovendien kan gelaagdheid worden bereikt door het stapelen van verschillende functies of ruimtes binnen in of buiten een gebouw. Een gebouw waarbij bv de publieke functies zich op de begane grond bevinden en de meer private ruimtes op de hogere verdiepingen, introduceert zo een vorm van verticale functionele gelaagdheid. Deze toevoeging van een extra dimensie verrijkt de ruimtelijke ervaring waarbij de gebruiker steeds nieuwe perspectieven en relaties tussen de verschillende delen van het gebouw ontdekt. De posities van de functies hebben hun belang. 

Een gelaagde ruimtelijkheid is daarmee niet alleen een esthetisch middel, maar ook een manier om de ervaring en het gebruik van ruimte te verdiepen. Het bevordert interactie, zowel tussen mensen als tussen de verschillende elementen van het ontwerp, en draagt bij aan een rijkere beleving van de gebouwde omgeving. 

Niet verrassend is het dan ook dat invloedrijke architecten van modernisten, postmodernisten tot poststructuralisten zoals Le Corbusier, Mies van der Rohe, Robert Venturi, Peter Eisenman, enz, daar conceptueel door begeesterd waren. Hun fascinatie voor juist complexere virtuelere ruimtelijkheden gaf mee vorm aan hun projecten en nieuwe conceptuele inzichten. 

Gelaagdheid is echter niet beperkt tot architectuur alleen, maar is ook interdisciplinair aanwezig. Bijvoorbeeld in de relatie tussen stedenbouw en architectuur, tussen architectuur en het interieur. Deze gelaagde tussenin-ruimtes zijn in de loop van de geschiedenis geëvolueerd en worden functioneel altijd op een andere manier in gevuld. Deze veelzijdigheid van soorten gelaagdheden maakt deze term tot een onuitputtelijke bron van onderzoek en inspiratie in de tijd. 

Opdracht 

De studio is een ‘verticale studio’ in samenwerking met een masterproef studio.  

Deze opdracht is in die zin een pre-masterproef. Ze volgt hetzelfde traject als de masterproef, maar op een kleinere schaal en met een eigen focus. 

We richten ons vooral op de methodologie om te komen tot een architecturaal project met een gelaagde ruimtelijkheid. Methodologieën van belangrijke architecten worden bestudeerd. Hun methodes, concepten worden na lezing, gebruikt en toepast om te komen tot een project met een specifiek ontworpen ruimtelijkheid. 

Het project wordt in onze studio ontwikkeld op een meer intiemere schaal in de stad dan de masterproef. Met een focus op de meest kwetsbare restplekken in de stad. Plekken met een bijzonder verleden. Omdat wij geloven dat een kwetsbare plek in de stad kan geüpgrad worden door de confrontatie tussen architectuur en de stad. Deze plekken worden programmatisch ingevuld met een architecturaal publiek ontwerp van ongeveer 1500 m².  

Case studies  

Om tot deze ontwerpen te komen, vertrekken we in groep vanuit drie simultaan lopende case studies. Die gebundeld worden in één werkdocument.  

Casestudie 1:
Wij starten met het lezen en analyseren van enkele theoretische visies over architectuur. 

Casestudie 2:
Deze theoretische visies en methodologieën worden via ruimtelijke axonometrieen en conceptmodellen concreet gemaakt en getoond. 

Casestudie 3:
De methodologieën worden toegepast op de stad om ze laag per laag te verkennen. 

Methodiek 

Casestudie 1:  

In deze casestudie lezen en analyseren wij enkele hoofdstukken uit drie iconische boeken. Deze teksten brengen inzicht in de verschillende ontwerpmethodieken en filosofieën van enkele invloedrijke architecten. 

Met Aldo Rossi, Robert Venturi, en Rem Koolhaas als mentoren,: 

  • “The architecture of the city” van Aldo Rossi (1966): Rossi biedt een kritische benadering van de stad als een collectief geheugen, waar architectuur en stedelijke vormgeving niet alleen functionele, maar ook symbolische betekenissen dragen.. 
  • “Complexity and contradiction in architecture” van Robert Venturi (1966): Venturi breekt met de modernistische principes van eenvoud en minimalisme door complexiteit en tegenstrijdigheid in architectuur te omarmen.  
  • “Elements of architecture” van Rem Koolhaas (2014): Koolhaas biedt een grondige analyse van de fundamentele onderdelen van gebouwen, zoals ramen, deuren, muren, en trappen. Hij ontleedt deze elementen niet alleen technisch, maar ook cultureel en historisch 

De door de student geselecteerde thema’s uit de boeken die specifiek met gelaagdheid te maken hebben worden analytisch vertaald en visueel gemaakt door middel van schetsen diagrammen axonometrieen en 3D presentaties.  

Deze visualisaties vormen tijdens het ontwerpproces mee de conceptuele basis voor de ontwerpopdracht van de student. Door ze visueel te maken zijn ze helder leesbaar en kunnen ze op een andere eigen nieuwe manier toegepast worden in hun eigen werk.  

Tekst wordt tekening, zie axonometrie. 

Complexity and contradiction R. Venturi 1966 

Le Corbusier, Shodhan House 

Grafische voorstelling: Open en gesloten | het verknippen van volumes   

Tekst en tekening 

Ten canonical Buildings 1950-2000 P. Eisenman 2000 

Grafische analyses van 10 ‘belangrijke’ gebouwen   

Teken wat staat geschreven en beschrijf wat je hebt getekend. 

Casestudie 2:  

In deze tweede casestudie richten we ons op de ruimtelijke transformaties en ontwerpstrategieën van Peter Eisenman, met vooral de focus op zijn benadering van complexe ruimtelijke configuraties. Eisenman, als pionier in de deconstructivistische architectuur die door de manipulatie van basisvormen vernieuwde (gelaagde) ruimtelijke configuraties en transformaties laat ontstaan. Dit door middel van een generatief regelsystemen en of door een syntactische analyse.  

Peter Eisenman MoMA 2022 / 21 works online 

Peter Eisenman HOUSE VI, Cornwall; Connecticut (2 from 14 Transformations [Axonometric])https://www.moma.org/collection/works/120930 

Het generatief regelsysteem: Het voorbeeld toont 2 van de 14 tekeningen van het generatief regelsysteem dat hij toepast op een kubus. Dit systeem is gebaseerd op iteratieve (herhalende) processen waarbij elke beweging en aanpassing van de kubus een reactie is op de vorige.   

Eisenman’s methode van snijden, verlengen en roteren van de kubus is een ontwerpbenadering, die zich richt op de verkenning van onconventionele ruimtelijke relaties en structuren los van functionele of programma-gebonden beperkingen. Deze benadering focust er vooral op om buiten de traditionele grenzen van het architectonisch ontwerp te denken en te experimenteren met de puur formele en esthetische aspecten van ruimte. 

Syntactische analyse: 

In een syntactische analyse worden de architectonische elementen zoals muren, kolommen, vloeren, ramen, deuren en ruimten een beetje behandeld als ‘woorden’ of ‘tekens’ in een ‘architecturale taal’. Deze elementen worden geanalyseerd in termen van hun formele ruimtelijke eigenschappen en hun relaties tot elkaar, zonder direct te focussen op hun functie of betekenis.  

Het doel is om te begrijpen hoe architectonische vormen op een bepaalde manier zijn georganiseerd en hoe deze organisatie bijdraagt aan het ontstaan van ruimte en vorm. 

Door syntactische analyse proberen wij contexten en ontwerpen te begrijpen waarbij vooral de nadruk ligt op de abstracte ruimtelijke organisatie van elementen in plaats van op traditionele vormen en functies. 

Freewheel met de ruimtelijkheid 

Casestudie 3:  

In deze derde casestudie richten we ons op de historische lezing van een stukje stad als een dynamisch en veranderlijk gelaagd systeem.  

Via de door de student toegepaste syntactische analyse proberen wij de stad te begrijpen als een complexe samenstelling van gebouwd erfgoed, van stedelijke typologieën en van sociale en culturele dynamieken.  

Casestudie 1 en 2 worden toegepast op de context. 

Synthese en output: 

De ruimtelijke axonometrieën, tekeningen en modellen worden ingezet om de context van de gekozen stad te verkennen en om mee vorm te geven aan het(de) ruimteconcept(en) van jullie ontwerp. De output bestaat uit een integratie van deze verschillende analysemethoden en ontwerpbenaderingen die toegepast worden op het ontwerp en op de stad met haar unieke contexten. 

Het uiteindelijke resultaat van al deze analyses wordt gesynthetiseerd in een architecturaal ontwerp dat contextueel en inhoudelijk een bijdrage levert en een nieuw gezicht geeft aan een stukje stad door haar nieuwe toegevoegde ruimtelijk en ook functionele ingevulde gelaagdheden.  

Synthese output studio 2022-2023 | © Aline Lievens  

De output is een 3D gelaagd ruimteconcept.  

De gekozen theoretisch onderzochte thema’s krijgen een eigen invulling.  

Plannen, sneden, gevels en structuren zijn methodisch samengesteld en hebben dezelfde diagonale ruimtelijke opbouw.  

Kalender:   

W1 – intro, start analyse
W2 – case studies 1,2,3 analyse + lezing + tekeningen
W3 – case studies 1,2,3 analyse + lezing + tekeningen
W4 – conceptualisering tekeningen naar enveloppes
W5 – conceptualisering tekeningen naar enveloppes 
W6 – conceptualisering tekeningen naar modellen
W7 – voorontwerp met stedelijk parcour + scenario’s + programma + structuur
W8 – voorontwerp met stedelijk parcour + scenario’s + programma + structuur
W9 – voorontwerp met stedelijk parcour + scenario’s + programma + structuur
W10 – voorontwerp met stedelijk parcour + scenario’s + programma + structuur
W11 – ontwerp + structuur + ontwerp details (geen uitvoeringsdetails)
W12 – ontwerp + structuur + ontwerp details (geen uitvoeringsdetails)
W13 – test jury met opbouw verhaal in draft
W14 – finale jury