< terug

REWILDING URBAN CORNER STONES

Supervisor(s)  Nel Janssens en Jo Liekens 
Campus (BXL/Ghent)  Gent 
Language (EN/NL)  NL 
Studio or individual?   Studio + Individueel 
Max number of students? Studio max 10
Individuele dissertatie max 2.

 

vertrekpunt:
Ons wereldbeeld verschuift drastisch van mens-als-centrum-van-de-dingen naar een meer ecologisch, ‘post-humaan’ perspectief, waarin radicaal nieuwe relaties tussen mens en andere, meer-dan-menselijke ‘materiën’ en ‘medespelers’—fellow creatures, de ‘natuur’, vibrant and vital materiality1—geëxploreerd dienen te worden. Maar volgt Architectuur als discipline en praktijk deze vitale, ‘ecologische’ wending op voldoende fundamentele wijze?

ontwerpmatig onderzoek:
De methodiek van Rewilding Urban Corner Stones is in hoofdzaak Ontwerpmatig Onderzoek. Er wordt vertrokken van concrete stedelijke sites, die geëxploreerd worden op hun rekbaarheid, door het maken van kritisch architecturale projecties op een meer ‘ecologische’ toekomst. Het begrip ecologie overstijgt hier louter technologische beschouwingen, en doelt meer op het architecturaal co-creëren van ‘andere’ socio-ruimtelijke milieus en op een verandering van (ontwerp-)attitudes.
Concrete ontwerpactiviteit en theoretische en technische kaderingen kunnen hierin vermengen tot speculatieve en fictieve exploraties. 

centrale vraagstelling:
Centraal staat het begrip Rewilding. Rewilding als het opnieuw architecturaal bedenken van relaties met de ‘natuur’; Rewilding als een beroep doen op een hervonden ‘wildheid’ in de masterstudent die stedelijke architectuur meer radicaal-ecologisch her-denkt en daarbij het platgetreden pad van het duurzaamheidsdiscours durft te verlaten (off the beaten track; off-grid denken). We onderzoeken hoe door middel van architectuur meer natuur-inclusieve stedelijke interieure ruimten kunnen gecreëerd worden die ‘multispecies co-habitation’ als voornaamste programmatorsiche kenmerk vooropstellen.
We bekijken daarbij hoe de architectuur door haar ruimtelijke organisatie, functionele programmering en materiële constructie zélf een multispecies ‘wilde’ habitat kan zijn die verder gaat dan het oppervlakkig aanbrengen van “groen” en zo ook verschilt van de meer gebruikelijke rewildingstrategieën in (grotere) open stedelijke ruimten. We zijn dus op zoek naar een nieuwe architecturale typologie die een soort hybride is van “tuin” en “gebouw” (een “hybrid garden-building for urban corners”), inclusief alle nieuwe praktijken van co-habitatie die binnen die hybride moeten ontwikkeld worden.  

site:
Als site neemt Rewilding Urban Corner Stones de stedelijke hoek, dit niet enkel als een individuele entiteit maar als aanzet naar een landschap van kleinschalig collectief wonen (multispecies communities2). De stedelijke typologie van de hoek werd recent strategisch ingezet in enkele Gentse stadsontwikkelingsprojecten, maakte in dat kader deel uit van diverse architectuurwedstrijden en is als gevolg goed gedocumenteerd. Zo’n hoek biedt ontwerpers, bewoners, toevallige passanten, maar ook de stad als socio-ruimtelijk weefsel unieke potenties. Zo wordt de stedelijke hoek een signaal in meerdere richtingen genoemd; een plek die de ‘energie’ van een stad weerspiegelt, een ruimte voor ‘diversiteit’ en ‘interactie’; een ‘metafoor voor de stad’3. Rewilding Urban Corner Stones wil de hoek als typologie dan inzetten als interactief speelveld voor een architectuur die resoluut de kaart trekt van de actieve interactie tussen menselijke en meer-dan-menselijke spelers en materiën. Terwijl deze hoekprojecten in de stad nu als model voor vernieuwing gelden, worden ze in deze opdracht echter gezien als een startpunt voor een omwenteling naar vernieuwende, meer ‘ecologische’ architectuur.
In gezamenlijk overleg (ook met externe deskundigen) zullen enkele concrete hoekgebouwen/-percelen geselecteerd worden waarop kan gewerkt worden. Met deze sites als testgebied ontwikkelt elke student vrij en individueel een ontwerphypothese die binnen het collectief van de masterproefgroep bediscussieerd wordt en individueel ontwerpmatig en/of theoretisch wordt onderbouwd/uitgewerkt.
 

Expected output: 

De masterproefomgeving ‘Rewilding Urban Corner Stones’ bevat
– ontwerpprojecten die de centrale vraagstelling voornamelijk ruimtelijk–beeldend onderzoeken (max 10 studenten)
– dissertaties die de centrale vraagstelling voornamelijk via studie van theoretische denkkaders en bestaande projecten onderzoeken (max 2 studenten) 

Beide types van masterproef vertrekken van een ontwerphypothese en zijn exploratief. 

Wie (1): 

We verwachten student-ontwerpers die het kritisch-onderzoekende kunnen koppelen aan speculatieve toekomstbeelden die voorbij de geijkte paden van duurzaamheidsdenken willen gaan. We zoeken studenten met een sterk (ver)beeldend vermogen die graag vanuit een concrete thematiek een vrij en exploratief ontwerpproces aanvatten en daarbij niet bang zijn de standaarden los te laten. We verlangen geen voorstellen tot oplossingen maar wel een geïnspireerd en inspirerend aftasten van onvermoede mogelijkheden. 

De supervisors, Nel Janssens en Jo Liekens, zijn onderzoekers in de onderzoekscel ‘Architecture & Wicked Matters’ (deel van de onderzoeksgroep ‘Material Narratives’). ‘Rewilding Urban Corners Stones’ is een onderzoeksproject dat momenteel binnen deze groep ontwikkeld wordt.

Wie (2):
Nel Janssens werkte gedurende  ongeveer 10 jaar als architect bij Luc Deleu/T.O.P.office. Na haar master in architectuur studeerde ze Stedenbouw & Ruimtelijke Planning. Na haar doctoraatsstudie ‘Utopia- Driven Projective Research – a design approach to explore the theory and practice of Meta-Urbanism’ (2012), legt zij zich vooral toe op de relatie tussen theorie-ontwikkeling en ontwerpen als een materiële praktijk.
Jo Liekens werkt als architect bij STUDIOLOarchitectuur (www.studioloarchitectuur.be), onder andere aan stedelijke hoekprojecten op architecturale schaal. Na zijn doctoraatsstudie ‘Architecture’s poetic instrumentality. Developing the critical, political, and ethical capacities of architectural artifacts’ (2020), legde hij zich vooral toe op ontwikkelingen van (interieur)architectuur als poëtisch vehikel voor het her-figureren van materiële en meer-dan-menselijke ecologieën. Hierin worden schaal 1/1 architecturale artefacten ontwikkeld en ingezet om ons denken hieromtrent op te rekken en te her-beelden (zie e.g. Liekens, J. (2023, March 7). Revealing wickedness of home. Hypotheses Stay Home Research Blog. https://stayhome.hypotheses.org/355 • Metcalf, J., & Van Dooren, T. (Eds.). (2012). Temporal environments: Rethinking time and ecology. Environmental Philosophy, 9(1), pp. v-xiv.) 

 

References/Further reading:  

  • Bennet, J. (2010). Vibrant matter: A political ecology of things. Duke University Press. 
  • Carroll, C., & Noss, R. (2021). Rewilding in the face of climate change. Conservation Biology, 35(1), 155-167. https://conbio.onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1111/cobi.13531
  • Casagrande, M. (2015). Paracity: Urban acupuncture. Oil Forest League Publishers. 
  • Cromsigt, J. P. G. M., te Beest, M., Kerley, G. I. H., Landman, M., le Roux, E., & Smith, F. A. (2018). Trophic rewilding as a climate change mitigation strategy?. Philosophical Transactions of the Royal Society B, 373(1761). https://royalsociety publishing.org/doi/10.1098/ rstb.2017.0440 
  • De Caigny, S., Somers, D., & Van Den Driessche, M. (Eds.). (2021). Composite Presence. Flanders Architecture Institute. • Dehaene, M., & Broes, T. (2014). Pilootprojecten wonen: Architectuur voor de voorstad. In C. Grafe (Ed.), Architectuur middenin (11th ed., pp.101-112). Vlaams Architectuurinstituut VAi. 
  • De la Bellacasa, M. P. (2017). Matters of care: Speculative ethics in more than human worlds. University of Minnesota Press. 
  • Denton, P. (2016, 8 December). Rewilding cities for resilience. Arup. https://www.arup.com/perspectives/rewilding-cities-for-resilience
  • De Smet, A., Liekens, J., Janssens, N., & Persoone, M. (2022). Architecting twenty-six toilets to re-figure inhabitation: J for jewel, s for soil times, t for thigmophilia. In E. Rosa, M. Ballestrem, F. Berlingieri, M. Bogalheiro, & J. Almeida (Eds.), Evaluation of design driven research (pp. 288-301). Edições Universitárias Lusófonas. 
  • Geldof, C., Janssens, N. (2007). Van ontwerpmatig denken naar onderzoek. In: E. Dehullu, R. Dudal, C. Geldof, K. Vandermarliere (Eds.), Architect/Ontwerper/Onderzoeker? Casus Mare Meum: een oefening op de zee, (11-21). (Achtergrond, 03). Antwerpen: Vai. ISBN: 9789080952973.
  • Haraway, D. (2016). Staying with the trouble: Making kin in the Chthulucene. Duke University Press. • Harris, L. (2021, June 15). Eight cities rewilding their urban spaces. Ecowatch. https://www. ecowatch.com/cities-rewilding-2653383263.html 
  • Ichioka, S., & Pawlyn, M. (2021). Flourish: Design paradigms for our planetary emergency. Triarchy Press. 
  • Janssens, N. (2008). The implementation of ‘designerly’ thinking to explore the futurity of our physical environment. In G. Maciocco (Ed.), The territorial future of the city (pp. 105-126). (Urban and Landscape Perspectives, 3). Springer Science+Business Media. 
  • Janssens, N. (2012). Utopia-driven projective research: a design approach to explore the theory and practice of meta-urbanism. [Doctoral dissertation, Chalmers University of Technology ACE Department]. Chalmers Publishing. 
  • Janssens, N. (2017). Collective sense-making for change: about conversations and instructs. In M. Schalk, T. Kristiansson, & R. Mazé (Eds.), Feminist futures of spatial practice: materialism, activism, dialogues, pedagogies, projections (pp. 151-158). AADR art, architecture, and design research Spurbuchverlag. 
  • Janssens, N., & de Zeeuw, G. (2017). Non-observational research: A possible future route for knowledge acquisition in architecture and the arts. In F. Nilsson, H. Dunin-Woyseth, & N. Janssens (Eds.), Perspectives on research assessment in architecture, music, and the arts: Discussing doctorateness (pp. 147-158). Routledge. 
  • Janssens, N., & Geldof, C. (2018). Implementing design characteristics of utopian thinking in mechanisms of worlding. In H. Frichot, G. Sandin, & B. Schwalm (Eds.), After effects: Negotiating theories and methodologies (pp. 218-235). ACTAR Publishers. 
  • Latour, B. (2017). Facing Gaia: Eight lectures on the new climatic regime. Polity Press. 
  • Liekens, J. (2020). Architecture’s poetic instrumentality. Developing the critical, political, and ethical capacities of architectural artifacts. [Doctoral dissertation, Chalmers University of Technology ACE Department; KU Leuven Faculty of Architecture]. Chalmers Publishing. 
  • Liekens, J. (2023, March 7). Revealing wickedness of home. Hypotheses Stay Home Research Blog. https://stayhome.hypotheses.org/355 • Metcalf, J., & Van Dooren, T. (Eds.). (2012). Temporal environments: Rethinking time and ecology. Environmental Philosophy, 9(1), pp. v-xiv. 
  • Stad Gent. (2016). Working towards a climate-robust climate: Ghent climate adaption plan 2016-2019. Departement Stedelijke Ontwikkeling. https://stad.gent/ sites/ default/files/page/documents/Ghent%20Climate%20Adaptation%20Plan%202016-2019.pdf 
  • Stad Gent. (2020). De Tuin van alle Gentenaars. Departement Stedelijke Ontwikkeling. https://stad.gent/sites/default/files/media/documents/ Beleidsnota%20 Openbaar%20Groen%202020-2025.pdf 
  • Tronto, J. C. (1993). Moral boundaries: A political argument for an ethics of care. Routledge. 

 

Beeld: Ontwerp en Tekening door Jo(han) Liekens