Still uit openingsscène Climax (Gaspar Noé, 2018)
Entre chien et loup
Wer bin ich in einer anderen Sprache?
Kommen die Metaphern mit mir mit?
Uit ‘Mi Scusi’, Teho Teardo & Blixa Bargeld
Academiejaar 2024-25, semester 1, Gent
Engagement: Mediating Tactics
Exploratieve ontwerpoefening met ambiguïteit als motief in kunst en architectuur.
In een ontwerpproces wordt veelal vertrokken vanuit referenties, eerste modellen en concepten die zich liëren aan ‘de kunsten’ (activisme, literatuur, filosofie) waarin conceptuele intenties ogenschijnlijk helder te onderscheiden zijn. Daarna worden stappen gezet naar een architectuur van ruimten die in plannen en modellen kunnen worden gevat. In zo’n verloop worden ambiguïteiten vaak verlaten, gekortwiekt, gereduceerd of gedomesticeerd tot heldere en ondubbelzinnige denkbeelden. Terwijl ambiguïteiten de rijkdom en kwaliteit van een concept en zijn architecturale expressie kunnen bepalen. Simpelweg omdat ambiguïteiten deel uitmaken van zowat de volledige menselijke ‘productie’ (voelen, denken en handelen) in architectuur, in taal en in ‘zijn’ an sich…
In ambiguïteiten ligt ‘het narratief’, ontstaat twijfel en ontvouwt zich ruimte voor discussie. Elke lezing of interpretatie wordt niet vastgelegd of besloten, maar blijft open.
De uitdrukking ‘Entre chien et loup’ duidt op het moment van de dag dat het door de (avond)schemering moeilijk wordt onderscheid te maken tussen een naderende hond of een wolf. Het moment dat zekerheid omslaat in onrust wordt in dit verband gezien als metafoor voor de ambiguïteiten die inhouden, narratieve structuren, processen en artefacten uitdrukken of bevatten.
1/ De studio begint als een leesclub. We selecteren een reeks romans waarvan we er elk één of meerdere lezen (en herlezen). We tekenen tijdens het lezen personages, woorden, situaties, …
2/ We ontwerpen ruimtes en of scenografieën op basis van de roman. De structuur, de thematiek, een concrete aanwijzing, een geografische of historische context of andere elementen zijn daarbij richtinggevend. Bij het ontwerpen maken we gebruik van klassieke methoden: de snede, het plan, het perspectief, de maquette, … en ‘vertalen’ we de narratieve (of andere) ambiguïteiten uit het boek naar ruimte. We onderzoeken de specifieke verhouding tussen inhouden en de taal, zowel op linguïstisch als op architecturaal vlek.
3/ Vervolgens gaan we de thema’s die hun weg vonden tijdens de ontwerpfase sublimeren in een artefact: een detail, een installatie, een actie, een tekening of schilderij…
4/ De drie eerdere fasen worden in een tentoonstelling samengebracht. We cureren samen het gemaakte werk.
(Voorstel voor) leeslijst:
De wandeling – Robert Walser (1917)
Heuvel – Jean Giono (1928)
Monsieur Hawarden – Filip de Pillecyn (1935)
De necrofiel – Gabrielle Wittkop (1972)
Zij – Kay Dick (1977)
De gelukzalige jaren van tucht – Fleur Jaeggy (1989)
Het voorval – Annie Ernaux (2000)
De weidse wildernis – Lauren Groff (2023)
(…)
De studio doorloopt vier fases van lezen/tekenen, ontwerp, artefact en tentoonstelling. In elke fase worden ambiguïteiten opgezocht en poëtisch tot uitdrukking gebracht in diverse media en op verschillende ruimtelijk-temporele schaalniveaus Deze aanpak heeft als doel de ruimte van ambiguïteiten binnen ontwerpprocessen te verkennen, te leren gewaarworden en te omarmen. Hierbij wil de studio een vrijplaats zijn waarin zonder taboes rond zowel esthetische als rond politieke/filosofische aspecten kan worden gewerkt.
Inter- en transdisciplinair werken wordt aangemoedigd en alternatieve vormen van studio-werking en dialoog worden aangemoedigd. We zetten in op: doe-ateliers, collectief gestalte geven aan gast-interventies (door oud-studenten, architecten, kunstenaars..), studie/studio-bezoeken en het verkennen van alternatieve evaluatievormen.
Deelname aan de geplande trip naar de (Kunst)biënnale te Venetië van woensdag(avond) 30/10/2024 tot maandag(ochtend) 04/11/2024 wordt aanbevolen. (Deze trip vindt plaats in het kader van barg55 en er zijn een aantal plaatsen vrijgehouden.)
Deze studio volgt op Studio De Sluier/The Veil, Studio Gevang, Studio Dood I&II, Studio De Onfeilbaren, Studio Werk, Studio Ontij, Studio De Kooi, Studio Impasse.
UITKOMST
Het eindresultaat is bij aanvang ongekend. Van de studenten wordt verwacht dat ze – op basis van hun individuele affiniteiten – zelfstandig experimenten ontwikkelen en voorstellen uitwerken (alleen, in kleine werkgroepjes en in collectief studio verband).
Elke fase correspondeert met een specifieke uitkomst-vorm: lezen/tekenen, ontwerp, artefact en tentoonstelling. Elke werkstuk getuigt van aandacht voor de interactie tussen inhoud en vorm, tussen beeld en materialiteit, tussen precisie en poëzie…
Moedwillig is er geen voorafgaande nauwkeurige beschrijving van de verwachte werkstukken opgegeven. Zo blijft elke uitkomst-vorm een open vraag (wanneer is ‘iets’ – denk aan een tekening of een tekst – wanneer is ‘iets’ een object?…). Bovendien, kunnen zo de individuele ambities, de kritische attitudes en collectieve uitdagingen mee de specificiteit van de finale uitkomst bepalen. Er wordt naar een tentoonstelling toegewerkt (in week 14).
TEAM
Hugo Vanneste
TIMING
W0 | ASSEMBLEA |
W1 | introductie / lezingen / keuze boeken |
W2 – W4 | FASE 1: leesclub |
W5 – W9 | FASE 2: ontwerpen |
(W7 | bezoek Biënnale Venetië) |
W9 | review met externen |
W10 – W12 | FASE 3: artefact |
W13 | cureren tentoonstelling |
W14 | tentoonstelling met evaluatie door docent en externen |